Return of the Pawn – eerste team wint van AAS met 5-3
Na een aantal weken afwezigheid achter het bord, was ik gisteren als speler en toeschouwer getuige van de knotsgekke wedstrijd de Waagtoren – AAS. Om Jan niet het gras voor de voeten weg te maaien zal ik me beperken tot enkele opmerkelijke partij(en)fragmenten.
In eerste instantie zag het er niet naar uit dat we de wedstrijd zouden gaan winnen. Ikzelf won relatief snel, Danny trok een ingewikkeld middenspel naar zich toe, maar daar stonden nederlagen van Maaike (lastige stelling, maar op het oog lange tijd duidelijk beter voor zwart), Rob (die een goede voortzetting miste om naar een duidelijk beter eindspel af te wikkelen) en Jos (naar eigen zeggen de stelling overschat hebbende) tegenover. 3-2 voor AAS derhalve. Hebert stond een pion voor in een toreneindspel, Frank stond potremise en Jeroen stond dubieus. Geen reden om in een goede afloop te geloven. Maar toen gebeurden er wonderen. In de volgende stelling kan zwart met vrijwel alle torenzetten langs de g-lijn remise maken: zodra wit zijn h-pion opspeelt, pendelt de toren heen-en-weer tussen g1 (+) en h1. (Merk op dat wit nog verliest indien hij zijn koning laat opsluiten in de hoek). Zwart speelde echter de enige zet die onmiddellijk verloor:
Zwart gaf het op. De verbijsterde Frank protesteerde natuurlijk niet. Opgemerkt: eerder in de partij had Frank compleet gewonnen gestaan om vervolgens in de technische fase de stelling te mishandelen. Hebert had intussen – ondanks remiseaanbod van zijn tegenstander – zijn toreneindspel keurig uitgeschoven. Stand 4-3. Waarschijnlijk mede door de druk van het “moeten winnen” forceerde Jeroens tegenstander de stelling zodanig dat hij nog verloor. Chapeau voor Jeroen die met 1 minuut op de klok + 30s per zet het hoofd koel hield. Volgens omstanders (Maaike, Frank) miste hij tot 3x toe een eenvoudige winst, maar het gaat erom dat je wint. En zo was het wonder voltrokken: alle overige partijen waren in ons voordeel beslist.
Dan nog even over mijn eigen comeback. Mijn tegenstander kende ik nog van een (vrij pijnlijke) nederlaag tijdens het Open NK in Hengelo (1997) met de Velimirovic. Het hoeft geen betoog dat ik dit keer tot de tanden toe bewapend was. Er volgde echter iets anders. Na een – voor mij – onbekende opening (volgens Maaike heette het de Drachendorf, een soort hybride tussen Draak en Najdorf), had ik het gevoel dat mijn tegenstander me met zijn “slimme” zetvolgordes in een stelling wilde manoeuvreren die hij goed en ik niet kende. Ik besloot daarom ook een “minder logische” zet te doen (7.Dd2). Na een blufzet (14.Pc6?!) kreeg ik de stelling in handen en stond na 20…La6 de volgende stelling op het bord.
Wit staat een gezonde pion voor. Toch is het nog niet zo eenvoudig om die op de damevleugel te verzilveren, de open torenlijnen en de controle over de zwarte velden wegen wel op tegen de pion. Op de koningsvleugel speelt wit echter met een stuk meer. Daar liggen dan ook de kansen. Wit heeft de mogelijkheid om het initiatief te nemen met een (voor de hand liggend) torenoffer.
Van Tellingen – Keessen (2173) na 20…La6
Er volgde nu 21.fxg6 Lxc4? 22.gxh7+ Kxh7 23.Txf6!
Ik kon niet alles helemaal berekenen, maar het zag er goed uit. En dan is er maar één manier om erachter te komen of je intuïtie klopt. Vanuit de diagramstelling volgde:
23…exf6 24.Df2! (de beste zet, wit wil met Td4 de laatste stukken erbij halen). Volgens Fritz is het hardnekkigst nu 24…Tb4 25.Ld4 Lxd5 26.Dxf6 Txd4 27.Txd4 Dc5 zoveel had ik tijdens de partij nog wel gezien, maar 28.Df5+ benevens 29. Dxd5 met een gewonnen eindspel had ik nog niet gevonden. Mijn tegenstander speelde mijn “hoofdvariant” 24…De7.
Nu had ik een aantal krankzinnige dingen bekeken. Zoals: 25.Td4 De5 26.Th4+ Kg8 27.Ld4 Dg5 28. Dxf6? (lijkt te winnen, want na Dxf6 29. Lxf6 is het mat) Dc1+ 29.Kf2 Dxc2+ (Df1+ Kg3) 30. Kg3 Dd3+?? 31.Kg4 De4+ 32.Kg5 Dg6+ 33.Dxg6? (Kf4!) fxg6 34.Kxg6 met een matnet, maar dat is natuurlijk ook te mooi om waar te zijn. Na het ontnuchterende 34…Ld3+ wint zwart. Wit heeft echter ook 31.Kf4! en dan wint hij wel. Ik stopte echter met het serieus rekenen toen ik zag dat zwart ook 30…Txb3+ en wint had. Maar wat dan? Tijdens de partij was ik (vanuit het vorige diagram) tevreden genoeg met 25.Td4 De5 26.Dh4+ Kg8 27.Tg4+ Kf8 28.Lh6+ Ke7 29.Te4 met een technisch gewonnen stelling. Maar Fritz komt met de helpende hand. Het beheerste 26.Th4+ Kg8 27.Ld4 Dg5 28.h3! wint: zwart is kansloos tegen de dreiging Tg4 of Lxf6 (na Dc1+ heeft wit nu Kh2!). Of ik dat met 7 minuten op de klok had gevonden is de vraag. Zwart maakte het me echter niet heel erg moeilijk.
Na 25.Td4 kwam hij met 25…Ld3? -een poging om wit in tijdnood te verleiden tot cxd3 -, maar praktisch gezien handiger is 26.Txd3 waarna wit materieel gelijk staat met behoud van aanval. Zwart probeerde nog 26…Tb4 27.Df5+ Kg8 28.c4! (snijdt de toren af van zijn verdediging) Te8 29.Dg4+ Kh7 30.Ld2! zulke zetten zijn niet moeilijk te vinden in zo’n stelling. Da7+ 31.Kf1 en zwart gaf het op.
Van Tellingen – Keessen slotstelling
7 Comments
Leave A Comment
You must be logged in to post a comment.
Welkom terug, Frank! En wat een mooie partij / analyse!
Ik ben heel erg benieuwd naar een analyse van het eindspel van Jeroen.
Toen ik kwam kijken stond Jeroen een pion achter en dat was bovendien een vrijpion van zijn tegenstander. Jeroen kon alleen maar verdedigen. Ik was al heel blij als Jeroen remise zou maken, want dan hadden de onzen gewonnen. Maar toen speelde Jeroen een paar heel subtiele zetten en kreeg Jeroen een vrijpion op de andere vleugel. Maar ondertussen had Jeroen minder dan een minuut op zijn klok…
Tot … – Ke8 en Tb8 kwam ik nog, die ik telepathisch aan Jeroen probeerde over te brengen. Wonderbaarlijk Jeroen speelde ze allebei!
Rob Freer gaf daarna nog meen ik Lf5, die ik niet zo gauw gevonden zou hebben.
Het prachtige trappen systeem vierde vijfde, zesde stap! Was daarna aan meester Jeroen wel toevertrouwd.
Het lopen met de pion naar f3, het bijtijds (bij) insluiten van de witte koning, al hadden we Jeroen een blinddoek omgedaan, er een fles whiskey bijgezet! Hij zou het feilloos gedaan hebben! Alleen de hele sterken bij de waagtoren kunnen dat! Ik heb het hem vaker zien doen!
Klasse mannen en welkom terug Frank
Return of the pawn?
Een verwijzing naar Tolkien. “King” leek me wat overdreven.
Dat klopt, ik ben immers nooit weggeweest…
Ronald dat van die fles whisy klopt absoluut, ik ben er vaak getuige van mogen zijn 🙂